Probeer jij ook wel eens wat?

Laatst vroeg ik mijn zoon of hij nu eindelijk eens wilde zorgen voor … [doet er feitelijk niet toe, vul hier een taak in waarvan jij graag wil dat iemand ‘m gaat doen]. Zijn antwoord: ‘Ja is goed, dat ga ik proberen’. Nu kun je denken ‘prima toch, niks mis mee’, maar zo zie ik dat niet.

Het gaat om het woordje ‘proberen’. In het gebruik van dat woord zit een vangnet besloten. Het is een soort halve intentie: misschien doe je het wel en misschien doe je het niet. Met proberen zit je altijd goed. Of toch niet? Want gebeurt er ook iets? Vaak genoeg niet. Ga maar eens na bij jezelf.

Hoe vaak worden je voornemens werkelijkheid? Vaker niet dan wel. Dus eigenlijk zit je met ‘proberen’ helemaal niet zo goed als je in eerste instantie denkt. Je geeft een dubbel signaal af aan jezelf en dat is zo’n beetje hetzelfde als wanneer de navigatie tegen je zegt: ‘probeer hier linksaf te gaan’. Dan kom je ook niet op de vooraf gewenste manier bij je bestemming aan en zullen er een heleboel herberekeningen van de route nodig zijn.

Als je de regie over je leven wil nemen, kun je het woord ‘proberen’ dus beter uit je woordenschat kieperen. Je kan het verschil vaak ook voelen. Test het eens uit bij jezelf. Maak een zin met proberen en maak een actievere zin zonder proberen. Bijvoorbeeld zo:

Ik probeer vandaag om half zes thuis te zijn.

of

Vandaag ben ik om half zes thuis.

Ik beloof geen gouden bergen als je nooit meer iets ‘probeert’, maar ik weet één ding zeker: je onderbewustzijn gaat jou beter begrijpen en dat alleen al geeft je een beter gevoel over jezelf. Mooie bijkomstigheid is dat je vaker resultaat gaat zien van je voornemens.

Nieuwe gewoontes ontstaan vaak niet van de ene op de andere dag, dus ik daag je uit om de komende week eens zonder het woord ‘proberen’ door het leven te gaan. Laat je me weten wat het je heeft opgeleverd?

Natuurlijk heb ik mijn zoon direct gevraagd om zijn zin te herformuleren. Hij kent mij langer dan vandaag. 😀

Met liefdevolle groet,
Vicky